Recensie ‘Poilu Hedeman, Jules’ in Tubantia

hedeman-recensie

De hellegang van ’n Almeloër

Een ‘factieve roman’ noemt Nico van der Woude zijn boek over de Almelose fabrikantenzoon Jules Hedeman, die op 8 juni 1916 als soldaat in Franse dienst sneuvelt in het ‘slachthuis’ van Verdun, als één van het handjevol Nederlanders dat vecht in een oorlog waar het koninkrijk verder buiten blijft.
Van der Woude, toen nog leraar Nederlands in Almelo, ontdekte het verhaal van Jules Hedeman enkele jaren geleden. Alleen de feiten daarin zijn al bigger than life. De wereld van Hedeman stond ver af van de gemiddelde 19de-eeuwse Twentenaar, al werd Jules in 1869 gewoon in Almelo geboren. Na een niet zo succesvolle poging een rol te spelen in het textielbedrijf van zijn familie, trekt hij de wereld in. Wordt journalist, eerst voor kleinere bladen en dan voor het Franse Le Matin. Daar schopt hij het tot chef buitenland, bezoekt hij Franse en Amerikaanse presidenten of keizers en tsaren, levert hij wereldprimeurs en verslaat-ie grote oorlogen. Hij wordt een internationaal jour- nalistieke bekendheid, wiens dood zelfs voor de New York Times nieuws is.
Vooral over de vraag waarom Hedeman, die eerder tot Frans- man was genaturaliseerd, zich op 45-jarige leeftijd nog als vrijwilliger voor het leger meldt, laat de auteur zijn fantasie de vrije loop. Wat ook kan, omdat de hoofdpersoon zelf daarover vooral zwijgzaam was. ‘Ik maak een persoonlijke zaak van deze geschiedenis. Daarom vermengen mijn droombeelden zich soms met de bewezen feiten’, citeert Van der Woude de Franse schrijver Laurent Binet.
De suggestie die hij vervolgens uitwerkt: Hedeman was zo aangeslagen door het feit dat hij als gerenommeerd buiten landredacteur, met al zijn bronnen, in juli 1914 nog voorspelt dat er geen wereldoorlog komt dat hij de pen daarna voorgoed inruilt voor het geweer.
Hedeman wil geen veilig baantje achter het front, en slaagt erin het territoriale leger, de Franse versie van Dad’s Ar- my, waar hij aanvankelijk was ingedeeld, te verlaten en aan het front tussen de geharde, bebaarde poilu’s gelegerd te worden. Daar zou hij uiteindelijk in de strijd om fort Vaux, bij Verdun, tegen een Duitse kogel aanlopen.
Van der Woude vertelt dat verhaal soepeltjes. De vraag of ‘Poilu Hedeman, Jules’ daarmee ook een geslaagde roman is, hoeft hier niet beantwoord te worden. De auteur zelf relativeert zijn ‘factie’ op aanstekelijke wijze door zichzelf regelmatig te waarschuwen voor te veel ‘adoratie van mijn hoofdpersonage’ en te corrigeren met zinnetjes over ‘het ronkende proza hierboven’ of zijn ‘tenenkrom- mende alleenspraak’.
Een met vaart en geestdrift geschreven boek over een nagenoeg onbekende Twentenaar met ‘een groots leven en een grotesk einde’, zoals Van der Woude het noemt, levert het wel op. Een Twentenaar met een verhaal dat alle regionale grenzen overstijgt. Net als dat van Frank Krake over de zwarte Hengelose tandpastaverkoper Joseph ‘Menthol’ Sylvester, dat eerder dit jaar verscheen.
Beide boeken hebben minstens twee dingen gemeen: ze ontrukken twee uitzonderlijke figuren aan de vergetelheid.  En ze zouden prima stof zijn voor een mooie Hollywood-film. Menthol met Eddie Murphy in de hoofdrol. En Hedeman wellicht met George Clooney?

G.L.V

■ Nico van der Woude, Poilu Hedeman, Jules, paperback

192 blz, uitgegeven in eigen be- heer. Prijs: 22,50 euro.

Bestellen kan ook via nicovanderwoude.nl